Stanley Aborah baalt er nog steeds van dat hij bij Ajax nooit is doorgebroken. De aanvaller, die momenteel bij Notts County onder contract staat, wijt de neerwaartse spiraal in De Gazet van Antwerpen aan zenuwen.
'Feit is dat ik bij Ajax als een groot talent werd beschouwd. Op mijn zestiende zat ik al bij het tweede elftal, meer had ik niet nodig om helemaal overtuigd te zijn van mezelf. Toen ik mijn debuut maakte voor Ajax dacht ik: shit, ik sta waar ik al die jaren hard voor heb moeten werken. Daarna ging het bergafwaarts. Ik werd zenuwachtig tijdens de wedstrijden, Ronald Koeman - de man die mij een kans gaf - werd ontslagen en ik werd teruggestuurd naar de beloften.'
Na zijn periode bij Notts County behoort een terugkeer naar België voor Aborah tot de mogelijkheden. 'Maar wil een Belgische club nog wel in zee met mij? Ik heb hier een slechte reputatie. Eind 2010 was alles rond met Cappellen, dat toen in derde klasse zat. Plots ging het bestuur op de rem staan. We hebben gehoord dat je aan de drugs hebt gezeten. Ik heb eens goed gelachen. Verhalen worden snel opgeblazen. Iemand die zijn gedacht durft te zeggen, wordt opeens een drugsverslaafde. Het is uiteindelijk toch goed gekomen. Maar een half jaar later was het weer van dat: ik wilde hogerop, maar vond geen club. Zelfs niet in tweede klasse.'
Place comments