Jaap de Groot vindt het vreemd dat zaakwaarnemers vooral bezig zijn met het verkopen van een speler bij een club, in plaats van hem motiveren om bij diezelfde club het maximale uit zijn carrière te halen. De columnist van De Telegraaf noemt Kenny Tete en Anwar El Ghazi als voorbeelden.
Tete en El Ghazi zitten bij respectievelijke Mino Raiola en Jorge Mendes en dat heeft zijn voor- en nadelen. 'Wel suggereren in alle gevallen de tegenacties een tussentijds vertrek. In alle scenario’s zit dus het voordeel voor de zaakwaarnemer, want een transfer betekent dat er wordt verdiend. Terwijl je juist in het geval van Tete en El Ghazi ook een ander soort begeleiding zou mogen verwachten. Door te bespreken hoe je met deze tegenslag om moet gaan. Hoe knok je jezelf terug? Wat zijn je kansen?'
De Groot vindt een transfer op dit moment te makkelijk. 'Neem El Ghazi. Wrijf ’m onder zijn neus dat in januari Bertrand Traoré een maand niet beschikbaar is vanwege de Africa Cup. Dat er dan weer een basisplaats opdoemt. Als manager kan je een jonge speler ook daar bewust van maken. Hem duidelijk maken dat hij dan zijn kans moet grijpen. Waardoor er na de terugkeer van Traoré even geen discussie is over de eerste keus als rechtsbuiten. Want ook dat is topsport. Zeker binnen een omgeving waarin stappen worden gezet, zoals nu bij Ajax het geval is.'
Place comments