Zaterdag opnieuw scorend tegen Sunderland, bewees 'assistkoning' Christian Eriksen dat hij groeiende is. Terwijl hij nu tweede staat op de clubtopscorerslijst van Tottenham Hotspur dit seizoen, is het volgens Ajax Showtime tijd om in Amsterdam de balans op te maken: Hoe staat het met de erfenis die Eriksen naliet?
Met liefst 106 doelpunten voor en slechts twintig tegen had Ajax in 2009/10 onder aanvoering van een ontketende Luis Suárez alle recht op de dertigste landstitel, maar het was FC Twente dat er met een punt meer mee aan de haal ging. Het doelsaldo van de Tukkers (+40) kwam in geen velden of wegen in de buurt van dat van Ajax (+86), dat gefrustreerd en met 'slechts' bekerwinst het seizoen afsloot. Het aantal doelpunten was hoe dan ook veelzeggend voor de aanvalsdrift die het team van Martin Jol tentoonspreidde. Als onderdeel van dát team, als zoon van die onstuitbare aanvalsmachine, zette Eriksen zijn eerste stappen in de Arena. Dit weekend al weer vijf jaar geleden: op 17 januari 2010.
Cijfers
Eriksen zou de kleuren van Ajax tot eind augustus 2013 verdedigen. Dat deed hij met verve, getuige zijn persoonlijke statistieken en de transfersom die zijn huidige club Tottenham voor hem neerlegde; zo'n 13,5 miljoen euro. Na een halfjaar wennen in de hoofdstad (van de vijftien wedstrijden die hij in actie kwam, maakte hij er slechts twee vol) ontwikkelde hij zich in 2010/11 al door tot basisspeler. Terwijl Jol hem alleen in de eerste twee competitiewedstrijden negentig minuten liet staan, kreeg hij in de tweede seizoenshelft vanaf dag één het vertrouwen van de nieuwe trainer Frank de Boer. Onder hem miste Eriksen slechts 25 minuten van de uitwedstrijd bij Vitesse in speelronde 18 tot het laatste fluitsignaal dat het behalen van de derde ster betekende.
De 47-voudig Deens international liep zich het snot voor de ogen (zo legde hij in de Champions League groepsfase van 2012/13 gemiddeld dertien kilometer per duel af, meer dan wie dan ook), was dé spil van De Boers combinatievoetbal en was in 163 duels voor Ajax goed voor liefst 66 assists. Na de elf beslissende voorzetten in de Eredivisie in 2010/11, zette Eriksen in de twee jaargangen daarna respectievelijk zelfs negentien en zeventien maal een ploeggenoot met succes voor de keeper. Vaak werd hem verweten te weinig te scoren, maar ook de eigen doelpuntenproductie van de technicus nam per seizoen toe. De zes treffers in zijn eerste hele seizoen werden gevolgd door zeven stuks in 2011/12 en tien in 2012/13.
Ondanks de zichtbaar stijgende lijn was Eriksen nooit een doelpuntenmaker. Hij was degene die alle standaardsituaties bij Ajax nam en zorgde met zijn steekballen voor dreiging. Toch was hij wél vaak met goals beslissend in topduels. Zo scoorde hij in zijn laatste volledige seizoen tegen Feyenoord (2x), FC Twente, Vitesse en PSV. Tegenover Voetbal International zei de oud-Ajacied daar in mei 2013 het volgende over: 'Het lijkt soms of mijn eigen niveau wordt opgetild door het niveau van de tegenstanders. In de Champions League bijvoorbeeld gaat de bal sneller rond, iedereen denkt en reageert sneller, daar past mijn type spel bij', aldus de man die klaar lijkt voor de absolute top.
Opvolging
Jarenlang vormden hij en Siem de Jong een gouden duo bij Ajax. Niet alleen werden de twee goede vrienden tijdens hun gezamenlijke jaren in Amsterdam, ook bezorgden ze de club samen drie landstitels totdat Eriksen op 21-jarige leeftijd vertrok. Niet geheel toevallig was de beslissende 3-1 op 15 mei 2011 er een van hun makelij. Eriksen stak valse spits De Jong in de diepte weg, die beheerst afrondde en de Arena in extase bracht. De Jong is als rechtermiddenvelder inmiddels opgevolgd door Davy Klaassen, die -evenmin geheel toevallig- als debutant scoorde op aangeven van Eriksen. De erfenis die laatstgenoemde naliet, lijkt wat zwaarder. En wie bovengenoemde cijfers bestudeert, begrijpt wat daar de redenen voor zijn.
Ajax reageerde in augustus 2013 snel op diens vertrek door Lerin Duarte aan te trekken. Hoewel een heel ander type, kwam hij uitsluitend in aanmerking voor de positie van linkermiddenvelder. De rol van 'Eriksens opvolger' is inmiddels lang en breed uitgespeeld. Thulani Serero mocht het lange tijd proberen en vorig seizoen draaide een middenveld bestaande uit de Zuid-Afrikaan, Klaassen en Daley Blind als een tierelier. Toch bleek de positie van controleur hem beter te passen, mede doordat Thuli nooit in de buurt kwam van het aantal assists van zijn voorganger, om over zijn aantal goals nog maar niet te spreken. Davy Klaassen scoort wel veel als aanvallende middenvelder, maar speelt meer vanaf rechts en begon bovendien pas dit seizoen met het leveren van assists.
Lucas Andersen geniet momenteel het volste vertrouwen van de technische staf en komt steeds beter in zijn spel. Ook zijn cijfers (een doelpunt, drie assists dit Eredivisie-seizoen) benaderen die van Eriksen echter nog lang niet, terwijl Andersen (al) twintig jaar oud is. Hij is misschien een laatbloeier in vergelijking tot zijn landgenoot en heeft de potentie een dragende speler te worden, maar één conclusie is anderhalf jaar na Eriksens vertrek gegrond: De erfenis die hij naliet, is een zware.
Door Koen Weijland | Twitter: @KoenWeijland
Bekijk hieronder een compilatie van Eriksen als Ajacied in 2013, gemaakt door An Vos:
[video]https://www.youtube.com/watch?v=Lz2oXUJDZ_0[/video]
Place comments