Edgar Davids, zelf oud-speler van zowel Ajax als Juventus, kan voor de manier van spelen van beide ploegen sympathie opbrengen. In Amsterdam ging het vooral om het maken van doelpunten en het vermaken van het publiek, terwijl hij in Italië vooral een voorsprong leerde verdedigen.

'Als je met Ajax 1-0 voor stond in De Meer, riepen ze al: "tien!". Dan moest je vijf of zes goals maken', vertelt Davids bij VTBL. 'Uiteindelijk, gezien de spelers en het positiespel dat we toen hadden, kon je de wedstrijd wel makkelijk beslissen. Bij Juventus hebben we nooit met 3-0 gewonnen. Daar ging de deur op slot bij de 1-0. Voor allebei valt iets te zeggen. Bij Ajax moet je als middenvelder gas geven. Bij Juventus sta je soms gewoon voor de verdediging.'

De voormalig voetballer wordt gevraagd welke manier van spelen hij het leukst vond. 'Het leukst is het om te spelen tegen de beste van de wereld. De uitdaging was groter (bij Juventus, red.), maar natuurlijk was de manier hoe Ajax speelde fantastisch. Iedereen kon een man uitspelen, maar toch speelde iedereen in dienst één of twee keer raken. Als je dan het sein kreeg: “één-op-één”, dan móést je erlangs. We speelden de bal zó snel rond, dat er iemand vrij kwam op de flanken.'