Het is tegenwoordig ingecalculeerd. Een pover Ajax in een wedstrijd waar een tegenstander goed en gedisciplineerd verdedigt. Waar midweeks de club uit Amsterdam al moeite had met de nummer zeven van Noorwegen, was zondagmiddag in de altijd lastige Domstad FC Utrecht een maatje te groot.

Een maatje te groot, zo noem ik het ja. Want hoewel Ajax de bal had, bepaalde FC Utrecht waar Ajax de bal had. Met drie verdedigers, vanwege het vier-mans-middenveld van de Utrechters, kwamen de Ajacieden tot maar liefst één doelpoging. Eén. Utrecht had kansen ofwel mogelijkheden. Met opkomende backs en aanvalsspel via het midden was de ploeg van Erik ten Hag stiekem de baas in eigen huis. Ze kwamen namelijk niet in de problemen. Tegen de koploper van de Eredivisie. Geweldig eigenlijk.

Maar hoe kwam het dat Ajax niets klaarspeelde? Klaassen noemde het een incident, maar volgens mij heeft Ajax defensieve ploegen nog niet kapot gespeeld dit seizoen. De coach van FC Utrecht zei het in een interview treffend. 'Ajax was niet bij machte, ze durfden niet. Ze konden niet het tempo in de wedstrijd krijgen.' Maar hoe kwam dat? Door een heel statisch Ajax. Zoals hemeltergend vaak onder Frank de Boer. Geen beweging, en als die er wel is, worden de loopacties niet benut. Denk aan Arek Milik, die zich een slag in de rondte werkt, vaak goed vrijloopt, maar niet wordt benut. Dan speel je al gauw een slechte wedstrijd volgens de publieke opinie.

En dus kwamen de standaardtermen na de wedstrijd weer bovendrijven. 'We moesten opportunistischer spelen', 'we konden ze niet bij de strot pakken', 'we hadden de controle, maar we kwamen niet tot kansen'. En toch gaat het allemaal daar om in het voetbal. Ajax dat opportunistischer wil spelen. 'Dan moet je geluk hebben', zei De Boer eens. Aha. Op geluk spelen, niet tot goed uitgevoerde aanvallen komen, maar als het niet lukt, de bal in de pot gooien en hopen op het beste. Dat is Ajax tegenwoordig.

Dat geluk wordt echter niet snel gevonden als je kijkt wie er voorin staan. Milik, Klaassen, Schöne en Fischer zijn niet diegenen die een kopduel gaan winnen van grotere verdedigers. Met zulke spelers moet je lekker gaan voetballen. Over de grond, op een prima grasmat, in een hoog tempo en vooral niet terug, waar aankoop Gudelj koning in is. De Serviër werd keurig afgeschermd door Utrecht waardoor de opbouw stokte. En nee, hij liep zich niet vrij. Hij draafde drie meter naar links en naar rechts, zonder de absolute wil om die bal te krijgen. En als hij de bal had, zocht hij bij vlagen de diepte, maar ging hij meermaals terug. Dat is precies de reden waarom Ajax niet domineert maar controleert. En daar zit een groot verschil in.

Uiteindelijk moesten de Amsterdammers op 0-0 spelen van De Boer. Ze moesten leren van de nederlaag omdat, als je niet kan winnen, je niet moet verliezen. Maar je kunt altijd winnen. Je bent Ajax, verdomme. Elke wedstrijd kun je en moet je eigenlijk winnen, vooral in de Eredivisie. Dat besef, in plaats van loze praat over een nederlaag die er negentig minuten aan zat te komen, moet er zijn bij iedereen binnen Ajax. Daarom is het wel fijn dat de winterstop voor de deur staat. Even geen controle, vervelende interviews en matige vertoningen. Want ondanks de positie van koploper en een goed doelsaldo, is het nog lang niet je van het bij Ajax.

Sjors van Veen (Twitter: @SjorsvanVeen)