Zijn goede competitiedebuut tegen Vitesse, zijn geweldige goal tegen AZ, zijn uitdagende actie in Alkmaar of zijn goal tegen PSV, iedereen heeft in de eerste weken van deze competitie wel een favoriet moment van Anwar El Ghazi. Ook ik, namelijk dat deze jongeling uit alle hoeken en standen schiet. Pure winst die behouden moet blijven.
Van sommige dingen heb je helemaal geen weet tot je met de cijfers geconfronteerd wordt. Dinsdagmorgen overkwam het me in de trein. Tussen de Linies, een Twitter-account vol met voetbalstatistieken en -weetjes kwam met een interessante tabel. Waar zij de nadruk legden op de slechts zeven spitsen in een rijtje van achttien spelers met de meeste doelpogingen, daar viel mijn oog (Ajacied dat ik ben) natuurlijk meteen op El Ghazi.
Opvallend? Slechts zeven van de achttien spelers met de meeste schoten speelt in de spits. pic.twitter.com/CmMJR3ayVd
— Tussen de linies (@Tussendelinies) 16 september 2014
Want de rechtsbuiten blijkt niet alleen te kunnen scoren, te dollen of assists te kunnen geven, hij doet er ook werkelijk alles aan om dit te bewerkstelligen. In vijf competitie-potjes schoot hij volgens de statistieken zeventien keer op doel. In die vijf potjes, dat heb ik dan even snel berekend, speelde hij 294 minuten, gemiddeld 60 minuten (inclusief extra tijd) per wedstrijd. Dat komt neer op één schot per 17 minuten. Ajax-fans, waaronder ik, halen hun hart op.
Ajax krijgt namelijk nogal eens het stempel opgeplakt dat het kan breien als de beste. Tikkie terug, tikkie breed en dan tot aan de zestien meter, het liefst er ver in. Thulani Serero schiet eens per half jaar, ook nu hij al anderhalf jaar basisspeler is. Davy Klaassen heeft ook weleens de neiging om de bal buiten de zestien nog eens breed te leggen, buitenspeler Ricardo Kishna en spits Kolbeinn Sigthórsson scoren zelden tot nooit van een afstandje 20+.
El Ghazi probeert het wél. Het schot tegen AZ is daarom niet alleen mooi omdat die bal de kruising liet bollen, hij was mooi omdat de Ajax-fans zoiets nog zelden zien. Lasse Schöne is de uitzondering op de regel, met El Ghazi heeft de Deen een medestander voor pogingen van afstand. Schoten zoals Christian Chivu, Tomas Galasek en Wesley Sneijder dat in hun beste dagen konden. Allemaal op hun eigen manier; de één hard en strak, de ander met een fijne krul.
Laten we dat daarom koesteren. Wat mij betreft schiet El Ghazi nóg vaker. Eén keer per tien minuten of beter nog: één keer per vijf minuten! Als de ruimte er is, knallen, vuren, rammen. Het zal vast geen toeval zijn dat El Ghazi's grote held, Cristiano Ronaldo, het misschien wel vijftig keer per wedstrijd probeert. El Ghazi doet er alles aan om hem te zijn, met een vleugje eigen inbreng. Prachtig toch? De beste voetballer van de wereld van vorig seizoen nabootsen. Daar komen vooralsnog alleen maar mooie dingen van.
Sommige pogingen zullen het stadion uitvliegen, anderen gaan onderkant lat het doel in, uiteindelijk zijn het die voetballers die het maken. Blijven proberen, niets aantrekken van wat anderen denken. Naast, over, gewoon nog een keer doen. Luis Suárez, Sneijder en recenter Viktor Fischer, allemaal schieten ze naar hartelust. Het is niet voor niets dat niemand minder dan Johan Cruijff ooit zei: 'Je moet schieten, anders kun je niet scoren.' Dat u het weet. Blijf schieten, Anwar!
Door Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: B.vanderploeg@ajaxshowtime.com)
Place comments