In het uitvak steken de Cypriotische supporters nog maar eens een fakkel aan, nog één keer zetten ze met zijn allen aan om hun club te steunen. Keeper Urko Pardo kijkt even omhoog naar de fans en loopt met weinig enthousiasme terug naar de doellijn. Hij heeft zojuist voor de derde keer een bal uit het net moeten plukken.

Het is een uur voor de aftrap van Ajax – APOEL Nicosia. Op het Arenaplein lopen al aardig wat Ajax-supporters rond. De meesten hebben vertrouwen in een goede afloop. 'We moeten toch zeker een wedstrijd winnen in deze poule', en 'Gewoon met grote cijfers naar huis sturen’ zijn veel gehoorde uitspraken. Een aantal fans durft zulke uitspraken niet aan. ‘Ajax kan het best nog eens heel zwaar gaan krijgen vanavond.'

Ook in het stadion is de sfeer goed. De witte Champions League-vlaggetjes zorgen elke keer weer voor mooie plaatjes. Iets anders moois: er zitten zo’n 2600 APOEL-fans in het uitvak. Een vol uitvak dus. En ook zij hebben er vertrouwen in. Bij de aftrap worden enkele fakkels ontstoken, het mag niet maar sfeervol is het zeker. Met opheven sjaals moedigen de Cyprioten hun team aan. VAK410 laat zich eveneens van zijn beste kant zien. Het is geen seconde stil in de Arena. De Ajacieden worden continu aangemoedigd en toegezongen. ‘Negentig minuten lang voor Ajax Amsterdam’, zoals het hoort. Twee supportersgroepen die hun ploeg aanmoedigen, geen gezeur, geen gedoe en in alles een topavond! Zo kan het dus ook tijdens Europese duels.
De Ajacieden op het veld volgen in de eerste helft echter nog niet het voorbeeld van de tribunes. Het balbezit is weliswaar 71 procent in het voordeel van Ajax, maar er wordt nog niet echt iets mee gedaan. Op de tribunes worden sommige supporters iets ongeduldig en een fan denkt de perfecte oplossing te hebben. 'Gewoon niet meer naar Schöne spelen, dan komt het wel goed.'

Vijf minuten later blijkt dat echter niet het beste idee van de avond. De Deense middenvelder verandert in nog geen tien minuten voetballen van de schlemiel in de held. Vlak voor rust dringt Ajax ineens door tot het strafschopgebied van APOEL. Arek Milik krijgt de bal aangespeeld waarop een Cypriotische verdediger de overtreding maakt: penalty. Schöne legt aan, twijfelt geen moment en schiet in de verste hoek. Pardo duikt nog naar de goede hoek, maar is desondanks kansloos.

In de rust voornamelijk tevreden blikken. Er wordt niet echt verwacht dat het defensief ingestelde APOEL nog twee keer keer gaat scoren in de Arena. Wel verlangt men meer passie van Ajax. De fans worden ditmaal op hun wenken bediend. Nog geen vijf minuten na de pauze is het weer raak, en weer via Schöne! Op de tribunes zijn we nauwelijks klaar met juichen of nummer drie staat op het scorebord. De verdediging van APOEL is nog niet bekend met het fenomeen ‘Ricardo Kishna’ en de vleugelaanvaller loopt zo vier man voorbij om de assist op Klaassen af te leveren. Alsof het niets is.
Een kwartier voor tijd wordt het zelfs nog 4-0 via Milik. 'MILIK, MILIK, MILIK!' en 'TIEN, TIEN, TIEN' klinkt het vanaf de tribunes. En hoewel de wedstrijd al lang gespeeld is blijven de Ajacieden er vol voor gaan. Bij balverlies wordt er direct goed druk gezet, en dan weer naar voren. Nick Viergever komt nog met een geweldige sliding op de bal. Met uitgestrekt been zoeft hij meters naar voren en plukt de bal weg bij zijn verbaasde tegenstander. Het publiek klapt enthousiast, de scheidsrechter is minder blij. 'Gevaarlijk spel, vrije trap', is zijn oordeel. 'Die had ook wel met Sinterklaas mee terug naar Spanje gemogen', vindt een supporter.

Na afloop spreekt Frank de Boer uit dat hij nog altijd vindt dat de CL-campagne niet is geslaagd. Overwinteren was immers het doel. De supporters zijn vooral blij met de afgetekende 4-0. In de trein gaat het feestje nog even door. Overal klinkt gezang en wordt er gezwaaid met de CL-vlaggetjes. Zelfs een conducteur die aankondigt dat de trein niet zal rijden ‘omdat de machinist zoek is’, wordt met luid gejuich begroet. Wel klinken er alvast voorzichtig wat voorspellingen voor de Europa League. Na vier jaar moet er toch wel een einde komen aan de vloek van de vroege uitschakeling.

Door Lisanne Booij