Wim Jonk vindt dat de argumenten over de overvloed aan performance coaches op De Toekomst kant nog wal snijden. Het voormalig hoofd jeugdopleiding stelt in een brief aan de leden, die in handen is van De Telegraaf, dat het tegenovergestelde waar is.
'Er is een beeld geschetst dat in de opleiding Performance de overhand zou hebben gekregen over het voetbal. Wat dit precies inhoudt, is mij tot op de dag van vandaag onduidelijk. Ik wil benadrukken dat het Plan Cruijff uitgaat van de totaalvoetballer en van het fysiek sneller klaarstomen van jeugdspelers voor betaald voetbal. Het is een antwoord op de ontwikkeling dat de jeugd steeds minder beweegt en het moderne topvoetbal steeds meer van spelers vraagt', legt Jonk uit.
'Daarnaast was er bij Ajax teveel nadruk op het genezen van blessures en minder op het voorkomen van blessures en fitter maken van niet geblesseerde spelers', vervolgt hij. 'Dat deed Ajax vroeger ook: Johan is zelf door Jany van der Veen op atletiek gestuurd om sneller te worden en heeft zijn hele carrière fysieke, medische en andere specialisten ingeschakeld.'
'Als Performance de overhand zou hebben, dan zou zich dat moeten uiten in het aantal trainingsuren, het personeelsbestand en de beslissingsbevoegdheid. Het aantal trainingsuren, gemeten over het verblijf van F pupillen tot A-junioren, is tussen 2012 en 2015 toegenomen met circa vijftien procent. Van die toename is 75 procent voetbaluren en 25 procent fysieke uren.'
'Er wordt dus wel meer aan fysieke training gedaan in vergelijking met vroeger, maar de verhouding van het aantal performance uren ten opzichte van het aantal voetbaluren is juist zelfs licht gedaald. Er wordt dus juist veel meer gevoetbald in de opleiding', concludeert Jonk, die verder benadrukt dat Performance 'in alle opzichten dienend en ondersteunend aan het voetbal' en dat hij nergens iets heeft gehoord of gelezen over de 'sterke daling van langlopende blessures en het bijna afwezig zijn van spierblessures in de opleiding'.
Place comments