Lasse Schöne heeft zich bij Ajax al meerdere keren opnieuw moeten bewijzen. De Deen geeft in een interview met de Ajax Life Special aan dat hij altijd bereid is om zich terug te knokken in het elftal. Bovendien weet de middenvelder maar al te goed wat zijn sterke en zwakke punten zijn.
Zeker in zijn eerste jaren zat Schöne geregeld op de bank bij Ajax, maar ook onder trainers als Marcel Keizer en onlangs Erik ten Hag (thuis tegen Bayern München) werd hij wel eens aan de kant gehouden. 'Natuurlijk vind ik het klote als ik op de bank zit, als ik het zo mag zeggen. En natuurlijk heb ik trainers daar ook wel eens op aangesproken. Maar ik ben niet iemand die zijn ongenoegen van de daken schreeuwt. Dat heeft geen zin. Je moet het laten zien op trainingen en in wedstrijden, als je wél speeltijd krijgt. Dat is mijn manier geweest om me terug te vechten, zo doe ik dat het liefst.'
Voormalig Ajax-trainer Peter Bosz, die Schöne voor het eerst als controlerende middenvelder liet spelen, zei eens over de Deen: 'Lasse is een voetballer die een paar stations verder kan kijken.' Schöne is het daar zelf wel mee eens. 'Nou ja, dat is natuurlijk wel een van mijn sterkste punten. Ik ben niet een van de allergrootsten, ik ben niet de allersterkste en ik ben zeker niet de allersnelste. Maar ik denk wel dat ik het spel goed zie. Dat ik bepaalde stappen vooruit kan denken. (...) Ik ben niet iemand die loopt te beuken, maar toch heb ik veel intercepties, simpelweg omdat ik bepaalde situaties van tevoren zie aankomen.'
Het contract van Schöne bij Ajax loopt tot medio 2020 en op dit moment denkt de Deen nog lang niet aan stoppen. Mocht Ajax dit seizoen kampioen worden, betekent dat niet direct dat hij vertrekt uit Amsterdam. 'Nee. Daar voel ik me nog veel te goed voor en vind ik voetballen nog veel te leuk. Dan win ik liever nóg een titel.'
Place comments