Het had niet veel gescheeld of Richard Witschge had tijdens zijn spelersloopbaan een zeer ernstige blessure opgelopen. In zijn biografie, genaamd Lefgozer, vertelt de voormalig middenvelder en huidig assistent-trainer van Ajax over een carrièrebedreigende infectie.

'Dat was in 1996 onder Louis van Gaal. Heel heftig, al stond ik er eerst niet bij stil', zegt hij nu in een interview met Ajax Life. 'Ik was 26 en had last van mijn voet. Eerst zat er een puist, toen kwam er pus uit en daarna werd de voet zwart. Er zat een vleesetende bacterie. Als de antibiotica niet aanslaan, kan het zomaar zo zijn dat ze je voet moeten amputeren. Ik schrok me kapot toen de eerste kuur niet aansloeg. Godver, dacht ik.'

Uiteindelijk zou het gelukkig toch nog goed komen met de voet van Witschge. 'Toen sneden ze mijn voet open en spoelden ze intensief. Via een infuus sloegen de antibiotica aan. Gelukkig, want met één been voetbalt het zo moeilijk en dit was ook nog eens mijn linkervoet', grapt Witschge er jaren later over.

Levensgenieter

Witschge denkt dat hij het in zijn carrière mogelijk verder had kunnen schoppen, ook al speelde hij bij Ajax en FC Barcelona. Blessures op verkeerde momenten zorgden voor pech. 'En ik hield natuurlijk ook gewoon van het leven, lekker uiteten en dat soort dingen', zegt Witschge, die wel eens samen op pad ging met de Portugees Dani. 'Meestal gingen we naar een Braziliaanse bar in de Lange Leidsedwarsstraat. Dani was een fantastische gozer om erbij te hebben en bovendien een hele goede voetballer.'

Het kwam dan ook af en toe voor dat Witschge niet geheel fit op het trainingsveld stond. Een katertje als gevolg van een feestje. 'Maar nooit tijdens de wedstrijden. Als we op zondag hadden gespeeld, gingen we geregeld op zondagavond of maandag stappen. Ontspannen na de inspanning. Dat moet kunnen. Ik deed het al bij Ajax vanaf mijn zeventiende. Dan gingen we naar de Palladium of de iT. Natuurlijk, je moet dat niet elke week doen, maar een keer in de maand kan geen kwaad.'