Nu Peter Bosz officieel bij Borussia Dortmund is gepresenteerd, rijst uiteraard de vraag met wie Ajax op de proppen komt voor volgend seizoen. Er zijn de afgelopen tijd al een hoop namen genoemd in de media, waaronder een aantal buitenlandse trainers met Roger Schmidt als voornaamste kandidaat. Ajax Showtime zet de voorgaande buitenlandse trainers en hun prestaties voor je op een rij.
Voor de grote successen van Ajax in Europa kende Ajax een enorm aantal buitenlandse trainers, maar bij dit overzicht houden we het bij de trainers die na de periode van Rinus Michels (1965 - 1971) naar Ajax kwamen.
De succestrainer die onder meer Johan Cruijff en Sjaak Swart onder zijn hoede had, werd opgevolgd door de Roemeen Stefan Kovacs, die tot en met 1973 aan het roer stond bij Ajax. In die tijd won hij zo ongeveer alles wat er te winnen viel. De trainer, die bekend stond om zijn losse stijl, won twee keer op rij de Europa Cup I, de Wereldbeker, de landstitel, de Nederlandse beker en de Supercup.
In 1976 kreeg Ajax opnieuw een trainer met roots buiten Nederland. De komst van de Kroaat Tomislav Ivic was logischerwijs een minder groot succes dan de periode van zijn Roemeense voorganger. Ivic volgde eveneens Rinus Michels op bij Ajax 1 en liet zijn ploeg onaantrekkelijk countervoetbal spelen.
Desondanks liet Ivic wel een aantal talenten doorbreken, waaronder Frank Arnesen, Soren Lerby, Tscheu La Ling en Simon Tahamata. In zijn eerste seizoen werd Ajax direct landskampioen, nadat de club drie keer op een derde plaats was geëindigd in de competitie. Daarna bleef een landstitel uit en na teleurstellende prestaties in Europa kon de Kroaat in 1978 vertrekken bij Ajax.
Drie jaar later stond er een Duitser, genaamd Kurt Linder, aan het roer bij Ajax. De Amsterdammers waren op zoek naar een nieuwe trainer, nadat Leo Beenhakker vertrokken was. Assistent-trainer Aad de Mos nam tijdelijk de honneurs waar voordat Linder aangesteld werd. Vlak voor het einde van de eerste competitiehelft maakte Johan Cruijff zijn rentree bij Ajax, na acht jaar in het buitenland te hebben gespeeld. Vanaf toen werd Ajax met twee vingers in de neus kampioen van seizoen 1981/82. Nadien vertrok de Duitser bij Ajax.
In de winterstop van 1988 kwam Linder echter weer terug als hoofdtrainer bij Ajax, deze keer met een stuk minder succes dan tijdens de vorige periode. Na amper een kwart jaar diende de Duitser zijn ontslag in, nadat er in het begin van de competitie dramatisch werd gespeeld (13e plek).
Tussen de twee periodes onder Linder was er ook een buitenlandse trainer actief bij Ajax. De Luxemburgse Spitz Kohn wisselde in de periode 1984 - 1990 vaak tussen assistent-trainer en interim-trainer. In 1985 behaalde hij de landstitel, toen hij actief was als interim-trainer. Kohn werd vervolgens afgelost door Cruijff.
In seizoen 1997/98 stond er voor het laatst een buitenlandse trainer voor de selectie van Ajax 1. De Deen Morten Olsen volgde Louis van Gaal op, die in 1995 de Champions League won met Ajax. Het eerste seizoen onder Olsen bleek een regelrecht succes. De Amsterdammers wonnen de landstitel en de beker. Het doelsaldo van +90 (112-22) was een record in de Eredivisie.
Het daaropvolgende seizoen bleek echter uit te draaien op een ramp. Frank de Boer en Ronald de Boer zorgden voor onrust, omdat het tweetal een transfer naar FC Barcelona af probeerde te dwingen. De broers vertelden dat Olsen slechte trainingen verzorgde, waarop de Deen niet lang daarna zijn vertrek aankondigde.
Jip van Raalte
Place comments