Het verliezen van de Champions League-finale in 1996 doet Ajax-directeur Edwin van der Sar nog altijd veel pijn. Een jaar nadat Ajax het toernooi had gewonnen, werd nu na strafschoppen verloren van Juventus. 'Het doet nog altijd pijn. Je ziet de tegenstander de Cup pakken die jij het jaar ervoor hebt gewonnen.'
'Misschien doet het daarom nog wel meer zeer', vervolgt Van der Sar op Ajax.nl. 'Je wilt een dynastie neerzetten, zoals Ajax in de jaren zeventig heeft gedaan. Dat wil je evenaren. Nu heb je weer een finale gespeeld, maar niemand weet dat meer. De enige tweede plaats die men zich nog herinnert was die van Oranje tijdens het WK 1974. Wie tweede werd in de Champions League van 1996 of 2007; niemand weet dat', beseft Van der Sar.
Van der Sar weet nog goed dat hij na afloop van de wedstrijd met Edgard Davids - die een penalty had gemist - stond te knuffelen. Zelf stopte de keeper geen enkele strafschop. 'Je voelt met elkaar de pijn en het verdriet. Ik houd hem vast, je ondersteunt elkaar in het verdriet. Iedereen was gebroken. Je perst alles eruit, dan kom je nog tot verlenging en tot penalty’s. Dan is het zuur dat je daardoor niet wint', aldus de Voorhouter, die een jaar eerder nog zo kon genieten van het winnen van de Champions League. 'Door de grachten van Amsterdam. Niet het besef dat je dat grachtentochtje misloopt doet veel pijn, maar meer dat je de euforie, het genot en het respect nu niet zal ervaren.'
Place comments