Ricardo van Rhijn speelt zondag zijn honderdste competitiewedstrijd voor Ajax en als het aan hem ligt, is het voorlopig niet zijn laatste. In gesprek met Algemeen Dagblad is de rechtsback zaterdag openhartig over zijn toekomstplannen. 'Mijn droomclub is en blijft Ajax.'

Terugblikkend op zijn eerste honderd eredivisiewedstrijden voor Ajax, haalt Van Rhijn zijn meest bijzondere momenten voor de geest. Hij praat over zijn debuutwedstrijd tegen ADO Den Haag en staat stil bij zijn meest indrukwekkende wedstrijd. 'Wedstrijden tussen Ajax en PSV zijn de laatste jaren vaak beslissend geweest voor de titelstrijd. Vorig jaar was die 1-0 eind januari het vertrekpunt naar de vierde op rij. Het seizoen daarvoor wonnen we met 2-3 bij PSV met dat doelpunt van Derk Boerrigter. Deze in maart 2012 was voor mij de meest indrukwekkende. Aan alles merkte je dat dit een heel grote wedstrijd was. De genadeklap voor PSV voor het kampioenschap, want daarna sloegen we een beslissend gat. En iedereen herinnert zich nog dat doelpunt van Aissati. Die geweldige krulbal.'

Zelfkritisch als de Leidenaar is, vindt hij het moeilijk om zijn slechtste duel van de honderd uit te kiezen. 'Nou, dat zijn er genoeg, haha. Heerenveen-uit. Toen ik te hard en hoog terugspeelde op Kenneth, maar mijn slechtste was denk ik tegen Feyenoord, in de Kuip. Mijn eerste Klassieker. Stond ik ook centraal achterin naast Jan. Het was de wedstrijd van Guidetti die driemaal scoorde.'

Over zijn mooiste duel hoeft Van Rhijn minder lang na te denken. 'Mijn eerste kampioenswedstrijd, die vergeet je natuurlijk nooit. Ook omdat dit duel 's avonds werd gespeeld. Ontzettend veel sfeer. Lichtshow na afloop. We hadden er naartoe geleefd. Het was in de periode dat Gregory terug was van zijn blessure en ik dus op de bank begon. Toch liet de trainer me invallen. Dat was een mooi gebaar. Je wilt toch kampioen worden op het veld. Ik had zeker ook het gevoel dat ik een aandeel had in de titel, omdat ik erbij was toen we die ongeslagen reeks van dertien, veertien wedstrijden hadden.'

Welk duel het laatste van de sierlijke verdediger zal zijn, weet hij ook nog niet. 'Dat is moeilijk te zeggen. Ik heb mijn contract verlengd tot 2018, dus ik ben er nog wel even. Ik zit nu op bijna honderd, maar hoop er nog wel een stuk of vijftig te spelen, minimaal. En dan? Weet ik niet. Misschien nog wel tweehonderd. Kan ook gerust. De stap daarna? Denk ik niet over na. Mijn droomclub is en blijft Ajax.'