Ricardo van Rhijn bewijst in het Algemeen Dagblad maar weer eens dat het een Ajacied in hart en nieren is. Ondanks dat hij gescout werd door Feyenoord en het voor hem naburige ADO Den Haag, wist hij op jonge leeftijd al dat hij maar van één club droomde. 'Ik ben altijd fan van Ajax geweest.'

Van Rhijn woont als Leidenaar tussen Den Haag en Amsterdam in. 'Het blijft apart wat je meemaakt als we daar met de bus aankomen.' Het had niet veel gescheeld of de rechtsback had in het groen en geel gelopen. 'Bijna had ik bij ADO Den Haag gespeeld. Ik was E-junior bij DoCos, toen ik gescout werd door ADO. Ik heb het hele traject doorlopen. Van trainingsdagen tot oefenwedstrijden, een behoorlijke periode. Uiteindelijk mocht ik ook komen, maar hebben we de boot afgehouden. Ik was bijna tegelijkertijd ook door Ajax gescout en van die club ben ik altijd fan geweest. Voor mij was het dus niet moeilijk kiezen. Of ik van twee walletjes at? Nou eigenlijk zelfs van drie, want ik heb bij Feyenoord ook één trainingsdag meegemaakt, onder Smolarek. Maar kort daarna kwam Ajax.'

In de stad waar Ajacied en naamgenoot Ricardo Kishna werd geboren, laat Van Rhijn niet vaak meer zijn gezicht zien. 'Vroeger kwam ik nog wel eens in Den Haag, beetje winkelen. Nu niet meer. In Leiden en Amsterdam heb je alles. In Amsterdam kom ik graag in De 9 Straatjes. Gezellig. Knus. Je kunt er winkelen, eten, drinken in lunchachtige cafeetjes. Als het schemerig wordt langs de grachten lopen. Dat is genieten. Toevallig ben ik na de zomer nog een keer in Den Haag geweest. Dat was bij Common Kin, een kledingwinkel die je nergens hebt in Nederland. Normaal gesproken kom ik er niet, ook omdat ik bij Ajax speel. Je kent de aversie, je weet dat je herkend kan worden. Niet dat ik me onveilig voel, maar je houdt toch wel in de gaten of en hoe mensen naar je kijken. Hetzelfde heb ik bij Utrecht en Rotterdam. Eigenlijk is het van de gekke dat je door het voetbal rekening moet houden met waar je komt.'

Tegen de hardwerkende Hagenezen wil Van Rhijn komend weekend vol Amsterdamse bravoure spelen. 'Het Haagse is toch meer recht voor zijn raap, nog meer het mouwen opstropen, waar Amsterdammers toch meer met hun borst vooruit lopen. Dat wordt vaak geassocieerd met arrogantie, maar daar ben ik het niet mee eens. Het is meer vertrouwen hebben in jezelf. Wij moeten het hebben van het voetbal, de keuzes die we maken. Zij zullen er vooral in het eerste kwartier vol opklappen. Publiek er achter. We zullen scherp en geconcentreerd moeten zijn en uit de duels moeten weg blijven, anders speel je ze alleen maar in de kaart.'

De Oranje-international bekent dat hij zijn Leidse tongval niet zomaar kwijtraakte. 'Ik word er wel eens mee bespot, maar vooral in de jeugd hier toen mijn 'Leidse r' nog rolde. Dan verwarden ze dat met Haags, maakten ze er grappen over , hadden ze het over 'Hagenaar' of 'Hagenees'. Nu is dat al veel minder. Door school en veel interviews geven spreek ik meer standaard Nederlands, al kun je het Leids er af en toe wel door horen, zeker op verjaardagen.'

Onder de indruk van de sfeer bij bezoekjes aan Den Haag is Van Rhijn wel, maar het zal zijn spel louter positief beïnvloeden. 'De sfeer die je bij ADO op de tribunes voelt, is te vergelijken met die in de Kuip. Ach, ik vind dat enerzijds ook wel mooi, al blijft het jammer dat onze supporters niet meekunnen in dit soort wedstrijden. Het is wel apart wat je meemaakt als we daar met de bus aankomen. Je hoort mensen de ergste scheldwoorden gebruiken, maar naast hen staan anderen ook weer foto's van ons te nemen.'