Met Mike van der Hoorn gaat het de laatste tijd een stuk beter. De problemen van zijn beginperiode in Amsterdam lijken steeds verder tot het verleden te behoren. 'Ik keek veel te veel op tegen Ajax, ik had te veel respect voor de grote naam van de club.'

Een jaar geleden, tijdens het trainingskamp in Dubai, kwam het omkeerpunt voor Van der Hoorn. 'Ik ben toen helemaal teruggegaan naar de basis. Er speelde te veel in mijn hoofd. Ik keek in het begin te veel tegen Ajax op. Dat werkt niet. De grote naam van de club, de kwaliteiten van mijn medespelers: ik had er te veel respect voor. Ik merkte dat ik me soms inhield op de training, omdat ik niet als die schopper van FC Utrecht gezien wilde worden. Terwijl die hardheid wél een onderdeel van mijn spel is', vertelt hij tegenover Voetbal International.

De vraag of de verdediger goed genoeg was voor Ajax, heeft lang door zijn hoofd gespookt. 'Daar heb ik veel over nagedacht. Spelen bij Ajax is met niks te vergelijken in Nederland. Dat heeft grotendeels met het hoge verwachtingspatroon te maken. Maar ik vind dat ik goed genoeg ben voor Ajax. De mensen in de staf en mijn medespelers denken daar hetzelfde over. Dat is voor mij het belangrijkste. Ik heb ongelukkige invalbeurten gehad, dat heeft iedereen kunnen zien. Maar de meeste volledige wedstrijden die ik heb gespeeld, waren goed.'

Ajax krijgt vaak de kritiek dat de ploeg fysiek weinig voorstelt. Volgens Van der Hoorn kan hij daar verbetering in brengen. 'Het combinatievoetbal zal altijd voorop blijven staan. Maar als dat niet loopt, zullen we het op een andere manier moeten doen. Daarin zie ik een taak voor mezelf weggelegd. Door mijn manier van spelen kan ik kracht en gif aan de ploeg toevoegen. En ze kunnen me in de slotfase altijd naar voren sturen als dat nodig is. Ik heb in mijn tijd bij Ajax meer vertrouwen gekregen. Ik heb dat gevoel weer van: Kom maar op. En dat op een hoger niveau dan ik gewend was. Ik ben de volgende fase van mijn carrière ingegaan', besluit hij.