Reading-manager Jaap Stam heeft verklaard dat hij het niet eens is met de gedachte dat mensen binnen Ajax wel of geen Cruijff-volger moeten zijn. De Kampenaar, die in Amsterdam trainer was van Jong Ajax, geeft in de nieuwe Voetbal International aan dat trainers ook hun eigen opvattingen kunnen hebben.

Ten tijde van de Fluwelen Revolutie stond Stam volledig achter Johan Cruijff in de rechtbank, maar later nam hij geen partij in het conflict tussen Ajax en hoofd jeugdopleiding Wim Jonk. Stam wilde vooral zijn eigen weg volgen, zo vertelt hij. 'Het werd bij Ajax een heel item of je een Cruijff-volger was of niet. Dat vind ik een rare manier van denken. We zijn allemaal opgegroeid met het aanvallende voetbal waarvoor Cruijff de basis heeft gelegd. Maar dat wil toch niet zeggen dat je geen eigen ideeën kunt hebben?', vraagt de oud-verdediger zich af.

Stam noemt de jaren bij Ajax leerzaam, maar verbaasde zich over de andere manier waarop er vorig seizoen over Jong Ajax werd gesproken. 'Je kunt prestaties nooit volledig op één seizoen of één trainer terugvoeren', verwijst Stam naar de vele complimenten aan het adres van Marcel Keizer. 'Wij werkten met ontzettend veel verschillende spelers. Afgelopen seizoen is gekozen voor een relatief vaste ploeg, waarvan een paar toptalenten zich steeds verder hebben ontwikkeld. Ook als team konden ze daardoor doorgroeien. Dat is een andere insteek. Het gaat me vooral om de manier waarop mensen elkaar napraten. Net zo goed als de voetbalvisies van Peter Bosz en Frank de Boer minder van elkaar verschillen dan veel mensen roepen. Het is allemaal niet zo zwart-wit.'