Hij heeft zijn draai nog niet gevonden, maar Kolbeinn Sigthórsson wil de Ajax-fans dit seizoen laten zien wat hij in zijn mars heeft. In gesprek met Voetbal International vertelt hij dat hij het nog steeds een uitdaging vindt om de spits van de Amsterdamse topclub te zijn.

'Bij Ajax moet een spits álles kunnen. Dat maakt het een heel uitdagende positie. In mijn nationale ploeg is het eenvoudiger: daar staan Alfred Finnbogason en ik voorin, wij moeten goals maken en achter ons doen de middenvelders het verdedigende werk', vertelt de IJslandse voorhoedespeler.

Onder Ajax-trainer Frank de Boer moet Sigthórsson wél meeverdedigen en. 'Dat kost kracht. Dan mis je in de afronding soms net een beetje scherpte. Nu voel ik me beter en fitter dan vorig seizoen. Dat moeten we gaan terugzien op het veld', klinkt het ambitieus.

'Vorig seizoen heb ik weinig ballen gekregen die bij mijn kwaliteiten passen. Ik ben op mijn best wanneer ik voorzetten vanaf de zijkanten krijg. Voor mij is het goed als een linkspoot op links staat en een rechtspoot op rechts. Dan is het aan mij om goed positie te kiezen, zodra ze hun tegenstander voorbij zijn. Dat kan dodelijk zijn', besluit Sigthórsson.