Heini Otto is al twintig jaar verbonden aan Ajax en vertelt deze week in een speciale rubriek op de officiële clubsite over zijn ervaring als oud-international. Bij de Amsterdamse club was Otto nooit speler, hij bekleedde functies uiteenlopend van assistent-coach bij het eerste elftal tot ambassadeur van diverse sociaal-maatschappelijke projecten.

'Hans Kraay sr. en Tomislav Ivic wilden me ooit naar Ajax halen, maar omdat ik nog een contract had bij FC Amsterdam is het nooit doorgegaan', steekt Otto van wal over zijn profcarrière, die glans heeft gekregen door zijn eenmalige Oranje-avontuur. 'Doordat we bij Amsterdam een vriendenclub waren, hadden we afgesproken dat ik Jan Jongbloed naar Schiphol zou brengen. Daar aangekomen vroeg Jan of ik nog even meeging om een kop koffie te drinken en niet veel later liep ik ook nog even mee naar de incheckbalie', begint Otto zijn anekdote.

'Ik kwam bondscoach George Knobel tegen en die zei: misschien heb ik je nog wel nodig. Terwijl ik dacht dat ik misschien een koffer moest wegbrengen naar Zeist of zoiets, vroeg hij of ik mijn spullen wilde halen. Willem van Hanegem ontbrak namelijk door wat miscommunicatie. Hoewel ik te verbouwereerd was om te praten, ben ik toen als een speer naar huis gereden. Er kwam onderweg nog een politieauto naast me rijden om te zeggen dat ik pittig reed, maar gelukkig werd ik niet op de bon geslingerd. Thuis aangekomen heb ik mijn ouders ingelicht en mijn paspoort en wat schoon ondergoed gepakt, terwijl mijn schoenen werden gebracht door Tonny Bruins Slot', herinnert Otto zich nog, die vervolgens tegen Joegoslavië twintig minuten meespeelde. Het zou zijn enige interland blijken.