Na zijn vertrek als hoofd jeugdopleiding bij Ajax is Wim Jonk zich volop gaan bezighouden met het verspreiden van de voetbalvisie van Johan Cruijff. Dat doet Jonk, samen met onder meer Ruben Jongkind, Michel Hordijk, Jasper van Leeuwen en Matthias Kohler, onder de naam Cruyff Football. In de nieuwe Voetbal International geven enkele leden van deze stichting hun mening over het jeugdvoetbal in Nederland.

Zo is er dankzij deze heren een nieuwe opzet voor de jongste jeugdcompetities, met kleinere teams op kleinere velden, gebaseerd op de eerder bij Ajax ontstane Twin Games. 'Ik beweer niet dat wij de enige waarheid in pacht hebben. Het gaat om een andere manier van kijken, anders dan tot nu toe gebeurt', begint Jonk in gesprek met Voetbal International. 'Zeker op het gebied van training en individuele talentontwikkeling valt nog zó veel terrein te winnen. Tijdens mijn eerste gesprek met Johan over de noodzaak van veranderingen bij Ajax, jaren geleden, spraken we lang over de kernvraag: hoe maak je aanvallend voetbal trainbaar in de jeugdopleiding? Hoe krijg je dat in het DNA van iedere speler? Johan barstte van de ideeën daarover. Maar hij schreef nooit iets op. Het zat allemaal in zijn hoofd. Ruben Jongkind en ik hebben daar als het ware soep van gemaakt.’

Volgens Hordijk moeten techniek en creativiteit de speerpunten zijn bij de jongste jeugd en dit komt op een volwassen speelveld te weinig aan bod. 'Toen ik bij Ajax kwam, speelde Onder-11 vaak tegen twee jaar oudere jongens. Vanuit het idee dat ze dan meer weerstand zouden krijgen. Maar in de onderbouw gaat het vooral om techniekontwikkeling. Dat lukt niet op een groot veld, tegen fysiek sterkere gasten die je onder de voet lopen. De kerngedachte van Johan was dat elementen van het straatvoetbal in de opleiding geïntegreerd moesten worden. Voetballen in kleine ruimtes, met veel balcontacten, is daarin essentieel', vertelt Hordijk, die wel van mening is dat het veld niet té klein moet zijn. 'Want dan komt het principe van diepte voor breedte in het gedrang.'

Tijdens een van zijn eerste jaren bij Ajax maakte Hordijk een jaargang mee, waarin bij elke jeugdploeg 75 procent van de spelers in de eerste helft van het kalenderjaar geboren was. Hoe hoger in de opleiding, hoe schever de verhoudingen waren. ‘Door het geboortemaand-effect ontstaat een vertroebeld beeld van de werkelijke potentie van talenten. Jongens met een fysieke voorsprong springen er eerder bovenuit. Maar dat wil niet zeggen dat het uiteindelijk betere voetballers worden dan de kleinere ventjes met een betere techniek. Pas als ze volwassen zijn, vallen die fysieke verschillen weg.'