Omdat het deze zaterdag vijftig jaar geleden is dat Johan Cruijff debuteerde in het betaalde voetbal, vraagt Het Parool mensen naar de eerste keer dat ze de inmiddels legendarische oud-prof hebben zien voetballen. Oud-ploeggenoot Klaas Nuninga weet het nog maar al te goed. 'Je hoefde Jopie niets te vertellen.'

Nuninga weet nog dat Cruijff aansloot bij het eerste elftal. 'Met de selectie gingen we altijd kijken bij de A-junioren. Daar zag ik Johan voor het eerst. Een geboren voetballer. Dat zit in de genen. Niet alleen de techniek, maar vooral de mentale kracht. Hij beleefde het zo intensief. Ik weet nog dat hij vaak hoofdpijn had. Johan stak er met kop en schouders boven uit, figuurlijk dan, want het was een scharminkeltje. Hij kon nog geen corner voor krijgen. Extra krachttraining maakte hem sterker. Dan sjouwde hij met één van ons op zijn rug.'

Hoewel fysiek niet de sterkste, was de nummer veertien uniek in zijn voetballende kwaliteiten. 'Zijn schotkracht liet te wensen over, maar verder hoefde je Jopie niets te vertellen. Het was eerder andersom. Die brutaliteit had hij van nature. Een solist was hij nog in die beginjaren, hij wilde graag zijn goaltje meepikken. Later is Johan uitgegroeid tot één van de weinige spelers die in staat zijn anderen beter te laten spelen. Hij kon de boel neerzetten. Johan deed me altijd denken aan Di Stefano', aldus Nuninga.