In een uitgebreid interview met Der Standard heeft oud-Ajacied Bennie Muller gesproken over zijn tijd bij Ajax en over de in maart overleden clublegende Johan Cruijff. De voormalig middenvelder spreekt vol lof over de beginjaren van Cruijff en geeft daarnaast aan dat de legendarische nummer veertien zorgde voor hogere salarissen in Amsterdam.

'Hij was pas zeventien jaar, een zeer ondeugende jongen. Maar niet op een slechte manier', spreekt Muller over de begintijd van Cruijff in het eerste elftal van Ajax. 'Hij gedroeg zich meteen als leider van het team, ondanks zijn leeftijd. Binnen zes maanden zei hij ons wat te doen. Maar op het veld liet hij het ook gewoon zien. Andere jonge spelers waren schuw, maar hij niet.'

Begin jaren zestig kon Muller een transfer maken naar Standard Luik, waar hij een flink hoger salaris kon vangen. Van een transfer kwam het uiteindelijk niet, maar na zijn vertrek bij Ajax (1970) zag hij toch de nodige wijzigingen op salarisgebied. 'Ja, kort nadat ik vertrok, begon hij (Cruijff, red.) daaraan te werken. Toen ik vertrok verdiende ik rond de 15.000 gulden per jaar. Even later verdiende reserve-keeper Heinz Stuy 100.000 gulden per jaar. Dat was Johans verdienste, samen met die van zijn schoonvader en zaakwaarnemer Cor Coster. Zij brachten de salarissen omhoog.'

Eigen carrière
Toen Muller zelf nog een klein kind was, wilde hij in eerste instantie helemaal niet naar Ajax, zo vertelt hij. 'Op een gegeven moment werd ik gescout. Tijdens schoolvakanties voetbalden we altijd op straat en toen kwam er een man naar mij toe die vroeg of ik bij Ajax wilde spelen. Ik wilde niet, want dan zou ik mijn vrienden in de steek laten. Die verklaarden mij toen voor gek. Ik was niet per se tegen Ajax, maar ik vond het wel een verwaande club. Mijn vader en broer zeiden toen dat ik moest gaan. Ik wilde niet, moest huilen, maar ging wel.'

De Amsterdammer zou uiteindelijk twaalf jaar lang in het eerste van Ajax spelen. In 447 wedstrijden was hij 51 keer trefzeker, waardoor hij, net als Cruijff, als clublegende wordt gezien. Na zijn loopbaan keerde hij terug als amateurtrainer. 'Tegenwoordig heb ik mijn vaste plek in het stadion en ben ik lid van Lucky Ajax. Maar lid worden van het bestuur of iets, daarin heb ik geen interesse', besluit de ras-Ajacied.