Afgelopen woensdag stond Ajax in de eigen Amsterdam ArenA tegenover Paris Saint-Germain. Het treffen vormde een rendez-vous met oude bekenden. Een van hen was Maxwell Scherrer Cabelino Andrade, beter bekend als Maxwell. De voormalig Ajacied stond als basisspeler tegenover Lasse Schöne en Anwar El Ghazi. Dertien jaar geleden debuteerde de Braziliaan voor Ajax. Ajax Showtime blikt terug.
Ajax maakte vrijdag via Twitter melding van het debuut van Maxwell. Dat er ook bij de 33-voudig landskampioen wel eens redacteuren niet helemaal wakker zijn, blijkt uit de verkeerde berichtgeving. Maxwell debuteerde namelijk op 19 augustus 2001 in plaats van 19 september. Toch is een terugblik op de periode van de Braziliaan bij Ajax wel op zijn plaats, vindt Ajax Showtime.
#AjaxKalender: Maxwell maakte vandaag 13 jaar geleden zijn debuut. Hij werd o.a. 2x kampioen met #Ajax. pic.twitter.com/i5bYBqUD60
— AFC Ajax (@AFCAjax) 19 september 2014
19 augustus was het dus dat Maxwell zijn eerste van 114 Ajax-wedstrijden speelde. In Amsterdam kwam Roda JC op bezoek en Maxwell startte vanaf de eerste minuut op de linksbackpositie. Zijn debuut was een valse start, want de Limburgers hielden Ajax in de hoofdstad op 1-1. Als verdediger én als middenvelder bewees hij een meerwaarde te zijn voor de Amsterdammers, want zijn basisplaats zou hij niet meer afstaan. Middenveld inspelen en er overheen denderen; het is Maxwell ten voeten uit.
In nog geen vier jaar tijd groeide Maxwell in gezelschap van onder meer Christian Chivu en Zlatan Ibrahimovic uit tot een van de smaakmakers van Ajax. Met zijn fabelachtige techniek kreeg hij het publiek wekelijks op de banken na wéér een pass op maat of na wéér een onderschepping. Het leverde hem twee landstitels (in 2002, 2004), een KNVB beker (2002), twee Nederlandse supercups (2002, 2005) én een uitverkiezing tot Speler van het Jaar (2004) op. Alles zat mee en Maxwell kon zijn geluk niet op.
In de halve finale van de beker in het seizoen 2004/05 scheurde de vedette zijn knieband helemaal af. Het zou zijn laatste duel voor Ajax zijn. Een lach en een traan bleken dicht bij elkaar te liggen, ervoer nu ook Maxwell. Na zijn revalidatie in Nederland vertrok de begaafde linkspoot naar het Italiaanse Internazionale, dat hem direct uitleende aan Empoli. Daar speelde de sympathieke verdediger geen duel, maar bij terugkeer in Milaan speelde hij zich ook daar in de basis. Drie landstitels verder maakte Maxwell de overstap naar FC Barcelona, waar hij meestal basisspeler was. In Catalonië won Maxwell vier hoofdprijzen, voordat hij naar Parijs vertrok.
Met PSG, waar hij voor de vierde keer in een team kwam te spelen met boezemvriend Zlatan Ibrahimovic, won Maxwell tot dusverre twee landstitels, een beker en een supercup. Bij elke belangrijke wedstrijd staat de oud-Ajacied steevast in de basis. De loting van de Champions League bracht de Zuid-Amerikaan weer even terug naar de plek waar zijn Europese avontuur ooit begon: Amsterdam.
Zo gek veel Zuid-Amerikanene slaagden er niet bij Ajax. Luis Suárez uiteraard wel, maar sinds de millenniumwisseling faalden er ook genoeg. Onder meer Wamberto, Mauro Rosales, Leonardo, Bruno Silva, Dario Cvitanich en Nicolás Lodeiro konden hun belofte nooit inwilligen. Des te knapper is het dat Maxwell zich dusdanig onderscheidde van de rest. 'Ajax zit voor altijd in mijn hart', bekende de man die altijd de rust zelve lijkt. Dat het Amsterdamse publiek hem ook voor altijd in het hart heeft gesloten, bleek wel uit het daverende applaus dat hij kreeg toen zijn naam door de speaker galmde.
Bekijker hier de tien mooiste doelpunten die Maxwell voor Ajax maakte (Ajax TV):
Door Koen Weijland | @KoenWeijland
Place comments