In het hedendaagse voetbal debuteren er om de haverklap jonge talenten, maar veel van die talenten krijgen te maken met het welbekende dipje. Hedwiges Maduro, die ooit zo'n talent was, kan hierover meepraten. Hij erkent de druk in gesprek met VICE Sports.

'Er komt zoveel op je af', vertelt hij. Maduro maakte toentertijd in korte tijd zijn debuut in de UEFA Cup, de Eredivisie en na vijf keer gespeeld te hebben in de Nederlandse competitie werd hij opgeroepen voor het Nederlands elftal. 'Ineens kent iedereen je. Je krijgt zoveel reacties. En dat is alleen maar meer geworden met social media. Iets meer begeleiding zou daarbij fijn zijn, vindt hij. 'Bazoer was een van de belangrijkste schakels voor Frank de Boer, hij stond zelfs in Oranje. Dan is het moeilijk als je ineens op de bank komt te zitten. Ajax had best vertrouwen uit mogen spreken, zo van: blijf gewoon hier, je tijd komt nog wel weer. Ik heb daar toch wel een apart gevoel bij.'

Volgens oud-Ajacied Sonny Silooy zijn de talenten van tegenwoordig juist te snel tevreden. 'Je hebt voorbeelden zat van talenten die een dippie van jewelste kregen en daar nooit meer uitkwamen. Riechedly Bazoer, Anwar El Ghazi, Viktor Fischer, Ricardo Kishna. Ze waren nooit gewend om op de bank te zitten. En dan moeten ze ineens terug knokken. Een beetje harder werken word je niet slechter van, hoor.' Verder deelt Silooy zijn ervaring in de afgelopen jaren als jeugdtrainer van Ajax. Hij ziet dat men elkaar niet meer durft aan te pakken. 'Cruijff pakte je keihard aan. Hij wilde je mentaal testen. Dat heeft er een keer voor gezorgd dat Marco van Basten huilend bij de training wegliep. Marco dacht dat het persoonlijk was, maar dat was niet zo.'