In gesprek met het Italiaanse medium SocialFC heeft oud-Ajacied Nwankwo Kanu teruggeblikt op zijn periode als aanvaller bij Ajax. De Nigeriaanse spits baalt nog altijd van de verloren Champions League-finale in 1996 tegen Juventus, maar bewaart nog altijd goede herinneringen aan zijn tijd bij de Amsterdamse club.

'Die jaren bij Ajax kan ik niet vergeten, omdat iedereen het in die tijd altijd over ons had. We wij waren het team met veel jonge goede spelers. Herinner je ze nog?', stelt Kanu de vraag hardop, waarna hij zelf een aantal namen noemt. 'Davids, Kluivert, Litmanen, Overmars, Seedorf, Van der Sar, de gebroeders De Boer. En zij waren allemaal twintigers, jonge spelers. We wonnen de Champions League-finale van AC Milan, maar hadden die in 1996 ook tegen Juventus kunnen winnen. Zij hadden zich echter zo opgepompt. Wat ik daarmee bedoel? Wij waren jong, zij oud, maar het leek wel andersom te zijn als je zag hoeveel energie zij hadden.'

In de zomer van 1996 werd Kanu verkocht aan Internazionale, maar ging het mis tijdens de medische keuring. De Nigeriaan bleek een hartstoornis te hebben en zou, na een operatie, pas in april 1997 zijn debuut maken voor de Italiaanse topclub. Na slechts twaalf wedstrijden voor Inter te hebben gespeeld, vertrok hij in de zomer van 1999 naar Arsenal, waar hij een belangrijk selectielid werd. 'Ik wil graag Arsene Wenger bedanken, omdat het toch een risico was om mij te halen. Maar mijn meeste dank gaat uit naar Ajax, omdat zij als eerste het vertrouwen in mij hadden en om daar als tiener te spelen was een geweldige ervaring', besluit Kanu, die tegenwoordig met zijn familie in Londen woont.