Martin Jol vindt de KNVB-beker een mooie prijs, die iedere topclub volgens hem gewoon graag wil winnen. Dat zegt de oud-trainer van Ajax woensdagmorgen in aanloop naar het duel tussen Feyenoord en Ajax in de derde ronde.

Jol won als trainer van Ajax de beker door in de finale af te rekenen met de Rotterdammers. 'Hadden wij weer: werd de finale over twee wedstrijden gespeeld. Thuis was het boem, boem, klets, stond het binnen een paar minuten 2-0. Moesten we twee weken later naar De Kuip. Een grotere afkeer dan daar kun je niet bedenken voor een Ajacied, maar ook dat duel wonnen we vrij eenvoudig en met grote cijfers (1-4)', zo herinnert Jol zich de dubbele finalestrijd van 2010 in gesprek met Algemeen Dagblad.

De competitie werd tussen die twee bekerfinales door beslist en Ajax had één punt te weinig om de titel op de laatste dag nog weg te kapen voor de neus van FC Twente. 'Betekent niet dat we niet hebben genoten van de beker. Hoe je het ook wendt of keert, het is na het kampioenschap toch een mooie prijs. En als Ajax zijnde wil je elke prijs pakken', aldus Jol, die niet echt onder de indruk lijkt van de tastbare herinnering die het winnende team meekrijgt. 'Je krijgt een medaille en een badjas. Toen ik 'm met Roda JC won, was dat een rode. Nu een witte. Leuk, maar het is niet zo dat ik sindsdien elke ochtend opsta en onmiddellijk één van die twee badjassen aantrek.'