Ajax-middenvelder Lasse Schöne denkt dat de vele trainerswisselingen dit seizoen niet goed hebben uitgepakt. De Amsterdammers hebben met Peter Bosz, Marcel Keizer en Erik ten Hag te maken gehad met drie trainers in een halfjaar tijd.

'Ik zit hier nu bijna zes jaar, waarvan ik er vier met Frank de Boer heb meegemaakt. Dan is het heel gek om ineens in een halfjaar drie trainers te hebben, met ieder zijn eigen visie, zijn eigen invulling', kaart Schöne in gesprek met Ajax Life een probleem aan bij de Amsterdamse club. 'Dat betekent voor ons als spelers dat we ons steeds moeten aanpassen. In grote lijnen is het systeem hetzelfde gebleven, maar de details verschillen. Ik speel op zes, de manier waarop de spelers voor me moeten lopen, is bijvoorbeeld anders. Zo heeft iedere speler wel met andere opdrachten te maken.'

Schöne ziet in dat Ajax niet de ervaring heeft om dingen zelf op te lossen en dat het voor het elftal met jonge spelers wellicht lastiger is om zich aan te passen aan een nieuwe situatie. 'Als iedereen zijn taken goed uitvoert, gaat het goed, maar soms val je terug naar oude patronen. Dat proces hoort bij het inslijpen van een systeem. Daar is tijd voor nodig. Dat is moeilijk als je zo kort achter elkaar drie trainers hebt. We hebben na de winterstop ook goede wedstrijden gespeeld. Het waren er nog niet genoeg, en juist de mindere worden uitvergroot. Dat hoort bij Ajax.'