Dani de Wit heeft het gevoel dat hij nooit een échte kans heeft gehad bij Ajax. De middenvelder had ook dit seizoen weinig perspectief op een basisplaats in het eerste elftal van de Amsterdamse club - mede als gevolg van het veranderde beleid van Ajax - en om die reden vertrok hij naar AZ.
'Voor de invalbeurten ben ik Ten Hag erg dankbaar', zegt De Wit in gesprek met de NOS, waarna er de verwachte 'maar' komt. 'Maar ik heb wel altijd gehoopt op een basisplaats en die heb ik nooit van hem gekregen. Dus in dat opzicht voelt het ook alsof ik nooit een kans heb gehad.'
In de afgelopen zomer vertrokken Frenkie de Jong en Lasse Schöne bij Ajax en zodoende hoopte De Wit in eerste instantie op meer speeltijd. De Amsterdammers sloegen op de transfermarkt echter hun slag en haalden met Razvan Marin, Edson Álvarez, Lisandro Martínez en Quincy Promes spelers die ook op het middenveld uit de voeten kunnen. 'Bij Ajax zie je de laatste jaren steeds meer gekochte spelers.'
'Je moet de concurrentie aangaan met buitenlandse spelers of oudere jongens', kaart De Wit een probleem voor eigen talenten aan, waarna hij een voorbeeld geeft. 'Wie weet, als David Neres nooit was gekomen, had Noa Lang een kans gekregen en had hij nu geëxcelleerd', zegt De Wit, die de vraag krijgt of het de eigen jongens bij Ajax stoorde. 'Nou, storen is een groot woord. Uiteraard wil iedereen spelen, maar we snapten ook dat Ajax goede spelers wil halen. Dat heeft de laatste twee jaar goed uitgepakt, dus wat dat betreft kun je er weinig van zeggen.'
Place comments