In zijn tijd bij Ajax stond Siem de Jong, van origine een aanvallende middenvelder, door trainer Frank de Boer vaak opgesteld als spits. De in Zwitserland geboren ex-Ajacied weet daarom als geen ander hoe het is om als spits van Ajax beoordeeld te worden. 'De lat ligt hoog voor een nummer 9 van Ajax', vertelt De Jong aan Voetbal International.

'Een Ajax-spits moet doelpunten kunnen maken, maar dat alleen is niet voldoende', vertelt De Jong, die vier keer kampioen werd met Ajax. 'Wat voor het team geldt, is ook voor de aanvaller van toepassing. De manier waarop een overwinning tot stand komt, weegt soms net zo zwaar. Een nummer 9 van Ajax moet dus ook kunnen meevoetballen, aanspeelbaar zijn en daarnaast bij balverlies ook nog zijn arbeid leveren in het druk zetten op de tegenstander', gaat De Jong verder. 'Het is ook geen makkelijke positie. Ajax is ook in de jeugd vaak de betere ploeg, dus wat voor het eerste elftal geldt, telt ook voor de jeugdteams: een spits moet veelzijdig zijn. Spelers die zich puur op het scoren focussen worden niet zo snel opgeleid in Amsterdam. De nummer 9 moet vooral zo compleet mogelijk zijn.'

De Jong, die volgens VI behoort tot de categorie 'gemaakte centrumaanvallers', speelde in de afgelopen seizoenen op Kolbeinn Sigthórsson na, de meeste competitieduels als spits in dienst van Ajax. 'Toch had ik er nooit moeite mee als de trainer me in de spits opstelde. Hij wist waar mijn kracht en zwaktes lagen als spits. Ik was geen type dat alleen maar loerde op zijn doelpunten, juist niet. Ik wilde meevoetballen, veel aan de bal komen en met mijn spel ervoor zorgen dat we ons als team konden verplaatsen richting het vijandelijke doel', vertelt De Jong, die de gewenste kapstok was in het positiespel van de Amsterdamse club. 'Ik heb nooit heel veel goals gemaakt, maar wel geregeld belangrijke. Ik vond het ook lekker om veel betrokken te zijn als we in balbezit waren, zodat we konden doorvoetballen. Ik kon het invullen op de manier die bij me paste.'

Het gebrek aan een echte topscorer kan ook voordelen hebben, zo vindt de speler van Newcastle United. 'Het gebrek aan één excellerend individu werd gecompenseerd door de kracht van het collectief, van de ploeg. Daarom kan je het ook van de andere kant bekijken. De lijst met aanvallers is lang en ik kan me het verlangen naar een echte Ajax-spits heel goed voorstellen. Toch hoeft het voor het team dus geen onoverkomelijk probleem te zijn. Dat heb ik zelf met de vier titels wel ervaren.’