Jasper Cillessen was na de wedstrijd tussen Feyenoord en Ajax blij dat hij zijn ploeg op de been kon houden. De goalie zag weliswaar dat Ajax na rust beter was, maar de beste kansen waren voor de thuisploeg. Reddingen van Cillessen zorgden daarom voor een punt.

Vooral de redding op een inzet van Colin Kazim-Richards mocht er wezen. 'Je komt uit als een handbalkeeper, gooit je er vol voor. Oliver Kahn was daar de koning in', zegt hij in gesprek met De Telegraaf. 'Het is een kwaliteit om te weten wat je in welke situatie moet doen. Je benen gooi je dicht door je knie naar de grond te brengen. Het is een techniek die ik me in de jeugd bij NEC onder Wilfried Brookhuis heb aangeleerd. Het is een kwestie van veel trainen, veel doen.'

Zondag had het resultaat, met als belangrijkste conclusie dat Feyenoord op afstand wordt gehouden. 'Je moet alles in je pakket hebben: een blok zetten of blijven staan en hem dichtgooien . Je moet in een split second beslissen. En wie het langst durft uit te stellen is de winnaar. Als je te vroeg naar de grond gaat, chipt de aanvaller de bal over je heen en ben je te laat. Dus moet je altijd de afweging maken: kan ik erbij of niet. De eerste helft plukte ik bijvoorbeeld wel de bal voor de voet van Michiel Kramer weg.'