1900 MAGAZINE – Ajax heeft voor het eerst sinds jaren weer een spits die topscorer van de club is geworden. Arek Milik scoorde 24 keer en vertelt in de nieuwe 1900 Magazine over doelpunten maken bij Ajax. In het blad, dat vanaf vrijdag in de winkel ligt, komen verder onder meer Brutil Hosé en Vaclav Cerny aan bod.
Milik: 'Niet makkelijk om spits van Ajax te zijn'
Milik vertelt in een groot artikel in 1900 over hoe hij het gered heeft als voetballer. Hij hield van het spelletje en wilde niet op kantoor werken. Omdat hij talent had, bereikte hij met de juiste focus de top. 'Ik werk hard, sta veel uren op het veld en verbeter me elk jaar. Ik ben nu een betere voetballer dan vorig seizoen. Daarnaast heeft het team meer vorm gekregen na de winterstop. Toen ik voor de winterstop niet goed speelde, zette de trainer mij op de bank. Dat maakte me op een positieve manier boos. Ik wilde iedereen bewijzen dat ik de eerste spits van Ajax moest zijn.'
De bewijsdrang bij Milik is groot. Hij leest geen media, maar is wel dagelijks met zichzelf bezig. Hij wordt ook liever niet vergeleken. 'Robert Lewandowski is een goede speler, maar ik ben compleet anders. Ik wil geen tweede Lewandowski zijn, ik wil Arek Milik zijn en mijn eigen verhaal schrijven. Natuurlijk leer ik wel van hem. Als we met het nationale team bij elkaar zijn en hij doet zijn oefeningen, dan observeer ik hem wel eens. Ik zie wat hij doet, kijk hoe hij zich focust en hoe hij traint. Maar ik blijf mezelf. Dat is het belangrijkste.'
Milik geeft toe dat hij het in de eerste maanden moeilijk had in Amsterdam. Hij moest wennen, maar maakte uiteindelijk aan alle twijfel een einde. 'Natuurlijk is het niet makkelijk om spits van Ajax te zijn. Je moet opboksen tegen namen uit het verleden, zoals Ibrahimovic, Kluivert, Huntelaar en zo kan ik nog wel tien namen noemen. Als je even niet presteert, staat er iemand anders klaar om je plek over te nemen. Dat neemt druk met zich mee.'
Hosé: 'Moeilijk om zoveel geld te hebben'
In de nieuwe 1900 wordt ook gesproken met Brutil Hosé. Ooit was hij het toptalent in de spits, nu kijkt hij soms met wrange gevoelens terug. 'Dat kwam ook doordat ik op mezelf ging wonen. Ik vond het daar wel tijd voor, op mijn achttiende. Het is moeilijk om zoveel geld te hebben op die leeftijd. Veel was het. Tonnen ja. Zeg nou zelf: een jongen van achttien die zoveel verdient, dat gaat toch sowieso mis? Zo’n salaris is elke maand verschillend. Dan weer doe je een keer mee in de Champions League en krijg je een winstpremie. De ene maand kan het 35 duizend zijn, daarna weer een ton.'
'Tja, wat doe je daarmee? Gek doen. Alles weggeven ook. Aan vrienden. Op vakantie gaan met drie vrienden en dan alles voor iedereen betalen omdat ik toch wel genoeg had.' Het ging ten koste van het voetbal. 'Co Adriaanse zag het echt in me zitten en haalde me vast bij het eerste elftal. Maar voor mij geen reden om extra mijn best te doen. Het grootste probleem was eigenlijk dat ik nooit naar bed wilde. Ik ging meestal om een uur vijf. In de ochtend dan hè. Als je dan om tien uur moet trainen ben je moe. Nu ik ouder ben denk ik pas van: misschien zagen ze het wel aan me dat ik zo moe was.'
Cerny: 'Ik dacht dat ik naar Chelsea ging'
Tot slot staat er nog een verhaal in de nieuwe 1900 Magazine over Vaclav Cerny. De Tsjech vertelt onder meer over zijn afkomst en de status die hij in Tsjechië heeft. En hij vertelt over zijn innige vriendschap met Nemanja en Dragisa Gudelj. 'Ik ben ongeveer twee keer per week bij de Gudelj-broers. Ik kan erg goed opschieten met Dragi. Wat ons bindt is toch dat Oost-Europese. We voelen elkaar aan en praten in een mix van elkaars talen. We hebben ook dezelfde hobby’s. Nemanja zorgt goed voor zijn broertje. Ook op het gebied van krachttraining. Nee, hij draagt mij niet op hoe vaak ik moet trainen. Hoeft ook niet. Ik train hard genoeg bij Ajax en voor mezelf.'
Dat Cerny uiteindelijk bij Ajax terecht kwam, was best een prestatie. 'Ik ben naar Chelsea geweest en dacht eigenlijk direct: daar ga ik heen. Het was geweldig dus waarom zou ik verder kijken? Toch ben ik op de aanbieding van Ajax ingegaan om een week stage te lopen. Bij Ajax kreeg ik een nóg beter gevoel. Iedereen gaf me er een hand. Van de fysiotherapeut tot mijn medespelers. Dat voelde direct als thuis. Ik ben daarna nog een paar keer naar De Toekomst gekomen om mee te doen aan toernooien. Op mijn vijftiende wilde ik een keuze maken. Ben ik nog even langs geweest bij Juventus en HSV. Het is Ajax geworden terwijl Bayern München, Arsenal en Manchester City me ook nog een keer stage wilden laten lopen. Ik ben niet meer gegaan.'
Place comments