Leo Beenhakker herinnert zich 'De Patatgeneratie' als een groep voetballers met bijzonder veel talent, maar tegelijkertijd weinig besef van wat het profvoetbal van ze vroeg. In samenwerking met onder anderen Bob Haarms in de technische staf vormde Beenhakker de jongelingen tot profvoetballers en daarin speelde zijn kompaan een grote rol.

'Het was een hele jonge en tegelijkertijd zeer talentvolle groep. Dat was de reden dat ze regelmatig teruggefloten werden met onder andere de term ‘Patatgeneratie’', legt de oefenmeester uit in de documentaire 'De Patatgeneratie' van FOX Sports. 'We hadden een geweldige staf. We werkten heel nauw met elkaar samen. Dan ben je niet alleen bezig met die jochies die allemaal heel veel talent hadden, maar dan ben je tegelijkertijd bezig om die jongens proberen te leren wat het inhoudt om profvoetballer te zijn.'

'Bobby (Haarms, red.) leidde dan de partijtjes als scheidsrechter en dan werd er weinig gefloten voor de jongelui', vervolgt Beenhakker zijn verhaal over toen. 'Dat was zijn manier om de boodschap over te brengen. Je krijgt weleens een schop voor je poten, maar je geeft er ook weleens een. Topvoetbal is ook pijn lijden, maar dat is nog geen aanleiding om de rest van je team in de steek te laten.'

Nadat de lichting jongelingen enige tijd actief was op het hoogste niveau binnen Ajax, leek er een besef te ontstaan bij de voetballers en daarmee ook een omslag. 'Op een gegeven moment dachten we als staf dat het kwartje gevallen was. Ze waren toen na regelmatige opmerkingen over de ‘Patatgeneratie’ bij de FEBO gaan staan en daar hadden ze een prachtige foto van gemaakt', sluit Beenhakker af.