Voormalig Ajax-verdediger Ruud Krol is van mening dat menigeen niet precies weet wat 'De Hollandse School' inhoudt. Veel mensen denken dat dit principe draait om het hebben van de bal, maar volgens Krol is dat niet helemaal waar.

Volgens de Amsterdammer houdt 'De Hollandse School' in dat je als elftal het initiatief neemt. 'Initiatief kun je ook heel goed nemen wanneer je niet aan de bal bent', zegt Krol in een interview met Tardelli. 'Dat beseffen we onvoldoende. Dus ook als je een mindere generatie hebt – zoals nu – en je kunt simpelweg vanwege de kwaliteit niet altijd aan de bal zijn, zijn de basisprincipes van de Hollandse School nog steeds toepasbaar. Maar dan moet je wel begrijpen wat de Hollandse School precies inhoudt.'

Krol vertelt dat het initiatief nemen in het Nederlandse voetbal een antwoord is geweest op het catenaccio. Iets wat ontstond toen Rinus Michels trainer werd bij Ajax in een periode dat de Amsterdammers bijna onderaan stonden in de Eredivisie. 'Michels redde het elftal toen, en ging nadenken: als ik verder wil komen met deze ploeg, wat is dan de internationale norm? Dat was het catenaccio. Michels is daarop een antwoord gaan verzinnen: pressing. En op die manier is een speelstijl ontstaan, een filosofie die we later zijn gaan kennen als de Hollandse School.'

Dergelijk voetbal ziet Krol nu nog nauwelijks terug. 'Peter Bosz heeft het even geprobeerd bij Ajax, en met succes. Dus het kán! Maar het kost even tijd. Michels is het ook niet in één jaar gelukt', vervolgt Krol, die vertelt dat Michels flink ging doorselecteren. 'Tegenwoordig denken we dat het een paar draaien aan een knop zijn, en het gaat lopen. Maar zo werkt dat niet. We praten maar en we praten maar. Iedereen heeft een mening. Het vervelende is alleen dat we niets doen. Waar je sterk in bent, moet je sterker maken. Ons stokpaardje was altijd: vooruit verdedigen, de tegenstander weinig tijd geven. En wat doen we nu? Achteruit lopen. In plaats van eerder onder druk zetten, geven we ze alle ruimte. Initiatief nemen zit daarin opgesloten. Verdedigen begint niet bij de verdedigers maar juist vóórin.'