Zlatan Ibrahimovic en Luis Suárez zijn Ajax niet vergeten. In De Volkskrant wijdt Willem Vissers woensdagochtend een groot artikel aan de twee fenomenen, die hun carrière beiden bij Ajax echt op gang zagen komen en dit seizoen in het kader van de Champions League terugkeren bij hun ouder liefde.

Beide spelers hadden het in begin niet makkelijk in Amsterdam. Leo Beenhakker, die Zlatan naar Nederland haalde, heeft daar wel een verklaring voor. Tegenover Vissers: 'Heb jij op je 19de je boeltje opgepakt om een jaar als journalist te werken in Rusland of Italië? Nou dan. Het leek soms alsof hij met een zak aardappelen op zijn rug speelde. Er waren op een gegeven moment nog twee mensen die in Zlatan geloofden: hijzelf en ik. Ik voelde de ogen in mijn rug branden. Nadat trainer Koeman was gekomen voor Adriaanse, ging het overigens beter', weet Beenhakker nog.

Ook Suárez presteerde in zijn eerste jaargang nog niet zoals we hem herinneren. David Endt, jarenlang teammanager bij Ajax, weet nog goed hoe de Uruguayaan voetbalde. 'Van Basten dacht weleens: wat is dat nou voor een voetballer? Hoe hij dribbelde, ogenschijnlijk zonder overzicht, hoe hij de bal af en toe terugkreeg in de kluts.' Het 'meekrijgen in de kluts' zou Suárez' handelsmerk worden. Van toeval kan inmiddels lang niet meer worden gesproken. Toch zat El Pistolero geregeld op de bank onder Van Basten.

Hoe het met beide vedettes afliep, is bekend. Ze spelen bij twee van de grootste clubs van de wereld en winnen individuele prijzen. Dat de twee Ajax nog niet zijn vergeten, blijkt uit een aantal mooie anekdotes. Zlatan gaf zijn shirtje aan Beenhakker toen de twee elkaar tegenkwamen bij een wedstrijd tussen Zweden en Trinidad & Tobago, waar Beenhakker bondscoach was. En Zlatan noemde de bazen bij Ajax klootzakken, toen hij hoorde dat Endt was ontslagen.

Suárez blijkt iedere wedstrijd van Ajax te volgen en zit dan fanatiek voor de buis, schrijft Vissers. 'Spelersbegeleider Herman Pinkster weet nog dat zijn telefoon ging, in de uren voor de kampioenswedstrijd tegen FC Twente in 2011: Suarez. Die moest Jan spreken, Jan Vertonghen. "Hij sprak Jan toe; dat ze kampioen moesten worden." En vorig jaar nog, toen het duel met RKC niet doorging vanwege de nucleaire top, belde hij weer: "Waarom gaat die wedstrijd niet door?"'