John Bosman legt in het tijdschrift Revu uit waarom Tobias Sana nooit slaagde in Amsterdam. Volgens de voormalig assistent-trainer van Jong Ajax is de Zweedse aanvaller gewoonweg niet egoïstisch genoeg. 'In de topsport moet je hard zijn en vooral aan jezelf denken. Daar ontbreekt het een beetje aan bij Tobias.'
De eerste maanden van Sana in Amsterdam waren veelbelovend. Elke week liet hij prachtige dingen zien. Zijn geluk wilde hij met iedereen delen. Zijn ouders, zijn vriendin en in de vakanties vloog hij terug naar de buurt waar hij was opgegroeid. Spullen uitdelen aan de mensen die het een stuk minder hebben. Hij dacht aan iedereen, behalve aan zichzelf. Praten over problemen deed hij niet, hij wilde niemand tot last zijn. In het najaar van 2012 ging het echter mis. Frank de Boer liet hem weten dat hij voorlopig niet zou spelen. Hij moest het eerst maar een tijdje bij Jong Ajax gaan laten zien.
Zelf wijt de Zweed het aan stress. 'Ik kan bijzondere dingen doen maar door alle omstandigheden ga ik twijfelen word ik onzeker. Lichamelijk ben ik fit, maar mijn hoofd zit vol. Ik moest op een gegeven moment onder het spelen aan zoveel denken dat ik geen acties meer durfde te maken. Ik moest de bal zó aannemen en zó wegdraaien en dáár lopen, met de week werd ik nerveuzer.'
In die tijd had Sana veel gesprekken met jeugdtrainer Gery Vink. Bij Jong Ajax moest het talent een speciaal programma gaan volgen om weer volledig mee te kunnen draaien. Vink: 'Ik kreeg Tobias als een zielig hoopje mens. Terwijl hij zoveel talent heeft. Die jongen is verzeild geraakt bij een club waar je aan je lot wordt overgelaten als het tegenzit. Succes en verdriet liggen hier vlak bij elkaar. Als club moeten wij in de spiegel kijken. Hier is iets helemaal mis gegaan.'
Place comments