Lucas Andersen vindt dat hij woensdagavond de beste eerste helft uit zijn carrière speelde. De Deen was op het middenveld de baas over zijn directe tegenstanders van FC Barcelona en dat geeft een goed gevoel. De jongelingen van Ajax willen vaker zulke wedstrijden spelen.

De Telegraaf vroeg Joël Veltman, Ricardo van Rhijn, Anwar El Ghazi en Lucas Andersen kort naar hun gevoel over Ajax - Barça. Niet zozeer de uitslag, maar meer de ervaring an sich komt aan bod. Veltman: 'Tijdens de wedstrijden in de Champions League doen zich allerlei situaties voor die in de eredivisie nauwelijks voorkomen. De tegenstanders hebben veel meer snelheid, veel meer techniek, dus voor een jonge jongen zijn dit heerlijke wedstrijden om te spelen. Het is een test voor jezelf. Met opleiden kom je in de buurt van een koopclub. Ajax heeft het geld misschien ook wel om spelers te kopen, maar is die weg niet ingeslagen.'

Ook Van Rhijn voelt dat hij beter wordt van topwedstrijden in het miljoenenbal. 'Hoe we de eerste helft speelden, kost veel kracht. Maar we ervoeren dat de manier waarop we druk zetten ook kracht geeft. We moeten er moed uit zien te putten dat wij als zelfopgeleide spelers zo’n topploeg met zulke sterren en zo veel geld op bepaalde momenten ook kunnen terugdringen. Als we dit in de eredivisie elke week kunnen opbrengen, maken we het ons in heel veel wedstrijden een stuk makkelijker. Dat moet de les van Barça zijn.'

El Ghazi wil ook kampioen worden want hij wil duels uitvechten met Jordi Alba en zichzelf testen om negentig minuten top te zijn tegen de wereldtop. Dezelfde gedachte als Andersen, die enorme stappen maakt de laatste weken. 'Ik merk dat dit soort duels heel belangrijk is in de ontwikkeling van een jonge jongen. Hier word je mentaal en lichamelijk sterk van. In de eerste helft speelde ik mijn beste 45 minuten tot dusver bij Ajax. Ik creëerde kansen en was bepalend in ons spel. Dat moet ik vanaf nu altijd laten zien.'